De laatste zwemmer

In mijn jeugd was de tocht naar het openlucht zwembad heel gewoon. Ik woonde in Doetinchem en een bezoek aan het zwembad was een van de meest verbreide vormen van vrijetijdsbesteding, Er was geen concurrentie van computer games, vioolles, golflessen, hockey en ontelbare voorjaars-, zomer-, herfst- en wintersportvakanties. Het devies van onze ouders was eten, werken en slapen. Maar de contouren van de hedonistisch levende mens van nu begonnen zich al af te tekenen. Het zwembad in Doetinchem heette Groenendaal en er werd gezwommen onder barbaarse omstandigheden zou men nu zeggen. Watertemperaturen van 15 à 16 graden in het voor en naseizoen waren volkomen normaal. Er waren vaste clubs van vroege zwemmers die elkaar jaar in jaar uit dagelijks troffen. Dat is nog steeds zo in de nu meestal wel overdekte en verwarmde zwembaden. Na wat omzwervingen belandde het

Kristalhelder water in de verlaten buitenbaden

Kristalhelder water in de verlaten buitenbaden

jonge gezin Berendsen in Haren. De eerste lichting kinderen, Berend en Wolfert, geboren in 1979 en 1981 maakten het openluchtbad van de Scharlakenhof nog mee. De tweede lichting heeft alleen het binnenbad als zwembad gekend. Het buitenbad was als alle buitenbaden maar al wel verwarmd. “Doet u wel genoeg met aardgas’’ was toen nog de aansporende leuze. In een poging de Groningers te laten geloven dat Den Haag hun beste vriend was, kregen wij veel zwembaden. Elk dorp kreeg in die tijd een overdekt en behaaglijk verwarmd zwembad. Ik heb wel eens iemand horen vertellen dat het aantal overdekte zwembaden per hoofd van de bevolking negens ter wereld zo hoog is geweest als in de provincie Groningen. Het plezier beleefd in het buitenbad is natuurlijk gekleurd doordat het verleden altijd wat knusser en zorgelozer lijkt dan het heden. Op het moment zelf was het eerlijk gezegd een attractie die niet als buitengewoon werd ervaren. Het echte plezier moest nog komen.

“Ruïnen Kultur, Ausdruck einer rückwärtsgewandten Sehnsucht“, noemen de Duitsers het. Iedereen herkent het. In de 19e eeuw werd een cello al oud gemaakt bij het bouwen net zoals nu geen enkele jongere een spijkerbroek durft te dragen die niet eerst in de fabriek versleten is gemaakt. Vervallen tempels werden nieuw gebouwd als decoratie bij 18e en 19e -eeuwse landhuizen en paleizen. Dit gebeurde ook, origineel en niet georkestreerd of gesubsidieerd, met de oude buitenbaden van het Foto zwembadverhalen 2Scharlakenhof. Zij raakten in verval en werden het geliefde scheumoord van de familie Berendsen. Ontelbare wandelingen met de kinderen naar het Geertsemabos eindigden steeds met een bezoek aan de steeds verder in verval gerakende buitenbaden. Het Tsjernobyl van Haren waar de natuur langzaam maar zeker vat krijgt op het beton. Flora en fauna, talloze insecten en amfibieën. Later ook de grote grazers. Donkerbruine runderen die een tijdlang in de mode waren om een cultuurlandschap wat meer op natuur te gaan laten lijken. Sommige zwembad onderdelen worden gesloopt en meegenomen, lijkt het. En natuurlijk wordt er van alles in het grote diep bad gegooid. De kuip van het bad blijkt van uitstekend kwaliteit. Hij geeft geen krimp en raakt niet lek. Een nieuw evenwicht vormt zich van niet gechloreerd water met een mengsel van algen, watervlooien, amfibieën, visjes, waterplanten, enorm veel ingegooide rotzooi en rottend organisch materiaal op de bodem. Het water oogt als bronwater. Kristal helder. Een Nederlander die zelfs een fles azijn, die één dag over de uiterste houdbaarheid datum is, vol huiver weggooit, durft de rand van dit zwembadmengsel niet eens te naderen. Zo verging het mij niet. Op een warme dag zag het er zo verlokkelijk uit dat ik er heerlijk in gezwommen heb. Onder het toeziend oog van enigszins bezorgd kijkende kinderen. Voor zover ik weet de enige Harenaar, afgezien van een enkele Harense hond, die dit ooit heeft gedaan.

Henk Berendsen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Verplichte velden zijn gemarkeerd met *